Bedrijfsveiligheid en BHV voor flexwerkers: hoe veilig is jouw werkvloer?
Bedrijven maken steeds meer gebruik van flexwerkers. Denk aan uitzendkrachten, gedetacheerden, stagiaires, vakantiekrachten, werknemers met een 0-urencontract, ZZP’ers en vrijwilligers. Logisch ook, want in deze snel veranderende wereld kan een flexibele schil bijzonder handig zijn. Maar: hoe zit het dan met de bedrijfsveiligheid en BHV voor flexwerken? De Arbowetgeving is namelijk vooral geschreven voor werkgevers en werknemers die een arbeidsovereenkomst met elkaar hebben afgesloten. Hoe kun je bedrijfsongevallen en gezondheidsklachten van uitzendkrachten en flexwerkers voorkomen? En wie is verantwoordelijk? Dat is vaak onduidelijk. Voor de flexwerker zelf én voor de werkgever. Tijd om dit eens op te helderen.
Meer ongevallen onder flexwerkers
Instructie en toezicht
Wie is er verantwoordelijk bij (het voorkomen van) een bedrijfsongeval?
Per jaar gaan er 1,7 miljoen uitzendkrachten (Q1 2021) bij een organisatie aan de slag via een uitzendbureau. Dat is maar liefst 36% van alle medewerkers. Zoals we hierboven lazen, zijn uitzendkrachten vaker betrokken bij een bedrijfsongeval. Hoe is dit wettelijk geregeld? Dat antwoord is helder: de werkgever die de uitzendkracht inhuurt, is verantwoordelijk voor het naleven van alle wettelijke bepalingen uit de Arbowetgeving. Er is één aanvulling: vooraf ontvangen uitzendkrachten een RI&E en plan van aanpak van de werkgever, voor het onderdeel dat van toepassing is op hun werk. Want ook dat is verplicht.
Payrolling
Bij payrolling geeft een bedrijf de verantwoordelijkheid voor zijn werkgeverschap uit handen en komt het personeel in dienst van een payrollonderneming. Vaak is er dan veel onduidelijkheid over de rechtspositie van de werknemer. Wie is de werkgever en wie moet de werknemer aanspreken op het naleven van de arbeidsovereenkomst? Dat is de opdrachtgever. De medewerkers voeren hun werk namelijk uit bij dat bedrijf en niet bij de payrollonderneming. De werkomstandigheden worden dus bepaald door de opdrachtgever. Deze wordt dan ook in de Arbowet beschouwd als werkgever voor de payrollmedewerkers. Er is één uitzondering: als de payrollmedewerker ziek wordt, moet de arbodienst of de bedrijfsarts van het payrollbedrijf zorgen voor de ziekteverzuimbegeleiding.
Gedetacheerden
Als een bedrijf op zoek is naar een gespecialiseerde en ervaren kracht, komen ze meestal uit bij detacheringsbureaus. Vaak gaat dit om langdurige overeenkomsten. Ook hier is het niet altijd duidelijk wie er formeel verantwoordelijk is bij een bedrijfsongeval. Dat verschilt per opdracht. Als de opdrachtgever een gedetacheerde werknemer inzet voor een specifieke klus, bijvoorbeeld een ICT-klus, en de opdrachtgever bemoeit zich verder niet met de uitvoering van de klus, dan blijft het detacheringsbureau de werkgever die verantwoordelijk is voor de arbeidsomstandigheden van die werknemer. Als de opdrachtgever een gedetacheerde werknemer inzet als vervanger van bijvoorbeeld een zieke medewerker of om een piek in het werk op te vangen, dan geldt de regel dat de opdrachtgever volgens de Arbowet werkgever is geworden van de gedetacheerde en dus ook verantwoordelijk is voor de arbeidsveiligheid.
Stagiaires
In ieder bedrijf lopen ze rond: stagiaires. De organisatie die de stageplek biedt, is werkgever en verantwoordelijk. Helder. Want het stagebedrijf bepaalt onder welke omstandigheden de stagiair het werk verricht. Wel gelden er extra regels voor jongeren. Voor kinderen tot 16 jaar geldt in principe een verbod op het verrichten van arbeid. Hoe ouder het kind, hoe meer uitzonderingen er zijn op dit verbod. Deze regels vind je in de “Nadere regeling kinderarbeid”. Een voorbeeld hiervan is dat een kind pas op 15-jarige leeftijd ochtendkranten mag bezorgen, met als voorwaarde dat dit niet gebeurt tijdens schooltijd.
Plaatsonafhankelijk werkenden
Werken waar en wanneer je maar wilt: het ‘thuiswerken’ wordt steeds populairder. Veel medewerkers vinden het fijn om regelmatig thuis aan de slag te gaan. Dit brengt wel extra verantwoordelijkheden met zich mee voor de werkgever. Denk aan het faciliteren van een verantwoorde werkplek, het voorkomen van overbelasting en toezien op de voorschriften rondom beeldschermwerk. Het verbouwen van een woning, professioneel schoonmaakwerk of de verpleging en verzorging aan huis worden niet gerekend tot plaatsonafhankelijk werk. Hoe dan ook: de regels uit de Arbowet blijven gewoon van toepassing voor medewerkers die thuis of op een andere locatie werk verrichten.
ZZP’ers
ZZP’ers zijn eigen baas en hebben geen medewerkers in dienst. De opdrachtgever mag dan ook geen eisen stellen aan de werktijden, als uitvoerder toezien op het werk of instructies geven. ZZP’ers vallen daarom in principe niet onder de Arbowetgeving. Maar er is wel een aantal bepalingen uit het Arbobesluit en de Arboregeling die wél van toepassing zijn voor ZZP’ers. Daarbij gaat het vooral om regels bij risicovolle activiteiten zoals het werken op hoogte, op steigers, op een bouwplaats en bij duik- en caissonarbeid. Als een opdrachtgever een ZZP’er inzet alsof het een eigen werknemer is, loop je als werkgever het risico dat je de ZZP’er onder jouw gezag laat werken. In dat geval moeten de verplichtingen uit de Arbowetgeving wél worden nageleefd bij deze persoon.
Vrijwilligers
Vrijwilligers zijn onmisbaar in onze samenleving. Zij hebben geen arbeidsovereenkomst en geen salaris. Vrijwilligers worden niet gezien als werknemers in de zin van de Arbowet, voor hen gelden de voorschriften uit de Arbowetgeving dus niet. Zij hoeven dan ook niet meegenomen te worden in de RI&E, tenzij er gewerkt wordt met gevaarlijke stoffen of biologische agentia, bij werken op hoogte of bij blootstelling aan lawaai. Dit kan betekenen dat er weinig zicht is op de risico’s die vrijwilligers lopen. Ook de inzet van BHV is niet verplicht bij een organisatie waar alleen gewerkt wordt met vrijwilligers. Dus als je werkt met drie vaste medewerkers en 30 vrijwilligers, dan geldt de gehele Arbowetgeving voor de drie werknemers met een arbeidsovereenkomst, denk bijvoorbeeld aan het afsluiten van een contract met de arbodienst/bedrijfsarts. Voor de dertig vrijwilligers geldt slechts een beperkt stuk van de Arbowetgeving.
Kortom: je bent al snel verantwoordelijk als werkgever, als jij bepaalt hoe er gewerkt wordt en daarop toezicht houdt. Dat betekent dat je ook verantwoordelijk bent voor de veiligheid van de mensen die voor jou aan het werk zijn. En dan hebben we het niet alleen over ongevallen en letsel, maar ook over ongewenst gedrag. Meer over deze verantwoordelijkheden lees je in dit artikel. Wil je de inhoudelijke Arbowetgeving en alle specifieke bepalingen lezen? Bekijk dan deze brochure van TNO.
Iedereen veilig aan het werk? Ga trainen!
Bronnen
TNO onderzoekt de arbeidsomstandigheden, gezondheid, productiviteit, innovatiekracht en duurzame inzetbaarheid van werkend Nederland in het programma Monitoring van Arbeid.
https://wp.monitorarbeid.tno.nl/wp-content/uploads/2020/09/Brochure-flexwerkers.pdf
Bron: RIVM
Arbeidsongevallen met uitzendkrachten en met vaste werknemers: verkenning naar oorzaken.
http://www.rivm.nl/bibliotheek/rapporten/2019-0119.pdf
Bron: Flexbarometer
Geeft de verhouding weer tussen de vaste medewerkers, de flex medewerkers en de zelfstandigen.
http://www.flexbarometer.nl/verhouding-vast-flex-zelfstandig
Bron: RI&E steunpunt
Artikel over het flexwerkers en de RI&E.
http://www.rie.nl/flexwerkers-en-de-rie-verplichting/
Lees meer
-
BHV voor leerlingen en studentenVeiligheid is een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Voor medewerkers, maar ook voor studenten die in het gebouw aanwezig zijn. Het betrekken van deze groep bij de BHV is een uitdaging. Hoe zorg je dat iedereen weet wat te doen bij een calamiteit? Een praktisch stappenplan en checklist vind je terug in dit artikel. Zo betrek je iedereen bij de BHV. -
Download het magazine: alles wat je wilde weten over bedrijfsveiligheidSpeciaal voor de Dag van de BHV hebben we een inspirerend digitaal magazine gemaakt: Alles wat je wilde weten over bedrijfsveiligheid. Dit gratis magazine is een ode aan de everyday heroes: de BHV'ers die zich inzetten voor een veilige werkomgeving. Of je nu zelf BHV’er bent, verantwoordelijk bent voor bedrijfsveiligheid of gewoon benieuwd bent hoe je jouw organisatie veiliger maakt, dit magazine staat vol verhalen, inzichten en praktische tips. -
Toolkit om nieuwe BHV'ers te wervenHet werven van nieuwe BHV’ers kan in de praktijk best een uitdaging zijn. Medewerkers twijfelen vaak of de rol wel bij hen past, of vinden het spannend om de verantwoordelijkheid aan te gaan. Terwijl BHV’ers onmisbaar zijn om de veiligheid binnen je organisatie te waarborgen. Om bedrijven hierbij te ondersteunen, hebben we een complete BHV-wervingskit ontwikkeld. Deze kit bevat handige tips, kant-en-klare communicatiemiddelen en inspirerende voorbeelden die je direct kunt inzetten om collega’s enthousiast te maken voor de rol van BHV’er. -
BHV kennis en vaardigheden up-to-date: zo blijf je scherp in noodsituatiesAls BHV’er draag je een grote verantwoordelijkheid. Je weet te handelen bij brand, begeleidt een ontruiming en verleent eerste hulp wanneer dat nodig is. Je staat niet alleen in voor je eigen veiligheid, maar ook voor die van collega’s en bezoekers. Het is daarom essentieel om je kennis en vaardigheden jaarlijks bij te houden en te oefenen. -
Veiligheid in de kinderopvangIn de kinderopvang staat veiligheid voorop. Kinderen zijn kwetsbaar en hebben een omgeving nodig waarin ze zich kunnen ontwikkelen, spelen én leren, zonder dat er risico’s zijn voor hun gezondheid of welzijn. Of het nu gaat om kinderdagverblijven, peuterspeelzalen of buitenschoolse opvang, medewerkers spelen een cruciale rol in het creëren van een veilige omgeving. -

-
EHBO in de sport: waarom het belangrijk is voor sportclubs en trainersSporten brengt veel voordelen met zich mee, maar helaas ook risico’s. Of het nu gaat om een blessure tijdens het voetballen, een verstuiking bij het hardlopen of een andere onverwachte gebeurtenis: blessures komen vaak voor in de sportwereld. Hoe zorg je er voor dat je met zekerheid kan handelen? -
De 5 belangrijkste basisregels bij het verlenen van EHBOOf je nu een ervaren EHBO’er bent of je voor het eerst een EHBO-cursus volgt, het is essentieel om de basisregels van eerste hulp te begrijpen en toe te passen. In noodgevallen kunnen deze regels het verschil maken tussen snel herstel of ernstigere gevolgen. In dit artikel leggen we de vijf belangrijkste basisregels uit die je altijd in je achterhoofd moet houden bij het verlenen van eerste hulp. -
Hoe vaak moet je een EHBO-cursus herhalen?Heb jij je EHBO-diploma behaald en denk je dat je wel even vooruit kunt? Helaas is dat niet het geval. Om je kennis en vaardigheden up-to-date te houden, is het essentieel om je EHBO-cursus periodiek te herhalen. In dit artikel leggen we uit waarom herhaling cruciaal is, hoe snel je kennis kan vervagen en hoe vaak je de cursus moet volgen om effectief voorbereid te blijven in noodsituaties.


