Nieuwe reanimatierichtlijnen 2025

Tijdens het Europese congres werden de nieuwe Europese reanimatie richtlijnen geïntroduceerd. Er werden wijzigingen verwacht in het gebruik van de stabiele zijligging. Daarnaast werd er gespeculeerd over de nieuwe postitionering van de elektroden van het AED apparaat. De definitieve aanpassingen zijn tijdens de officiële presentatie van de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR) op 25 oktober bekend gemaakt.
 

Er zijn enkele subtiele wijzigingen gepresenteerd voor nóg betere uitkomsten bij een reanimatie. Kort gezegd: je moet sneller, eenvoudiger en met meer vertrouwen handelen.

1. Start sneller met reanimeren: twijfel je of iemand ademt? Zie je rare, haperende ademhalingen (gaspingen)?
Begin dan direct met reanimeren, dit doe je liever te vroeg dan te laat. Start direct met reanimeren, ga niet te lang checken of er ademhaling is. Zie je wel een ademhaling maar is het slachtoffer bewusteloos? Je hoeft het slachtoffer dan niet meer in stabiele zijligging te leggen maar laat op de rug liggen. Houd de luchtweg open met een kinlift. Zo kan je sneller handelen als het slachtoffer toch geen ademhaling meer heeft. Draai alleen nog op de zij als dit écht nodig is (bijvoorbeeld bij risico op braken). 

2. Niet meer slepen: voorheen moest iemand op een harde ondergrond liggen.
Dat hoeft niet meer. Start gewoon waar iemand ligt. Elke seconde telt.

3. Volg de meldkamer: de meldkamercentralist begeleidt je nu actiever bij de reanimatie.
Blijf aan de lijn, doe precies wat ze zeggen. Ze helpen met juiste tempo en het plaatsen van de elektroden van de AED.

4. Sluit de AED zo snel mogelijk aan: sluit de AED direct aan zodra die er is, ook al ben je alleen.
De AED vertelt je precies wat je moet doen, dus daar kan je op vertrouwen.

5. Respecteer een niet-reanimerenverklaring: zie je een niet-reanimerenpenning, tatoeage of kaartje dat duidelijk van het slachtoffer is?
Dan stop je met reanimeren. Dit valt onder het recht op zelfbeschikking (WGBO).

6. Na de reanimatie: praat erover met je BHV-team of leidinggevende. De nieuwe richtlijnen benadrukken dat ook hulpverleners nazorg verdienen en dat hier meer aandacht voor mag zijn.

De nieuwe richtlijnen benadrukken vooral dat training en snelle herkenning net zo belangrijk zijn als het reanimeren zelf. Alleen een goed getrainde hulpverlener kan acuraat en met zekerheid handelen in een noodsituatie.

WIl je ook leren reanimeren? Bekijk ons cursusaanbod BHV of EHBO.